1424

In den beginne…

In 2024 bestaat Hilversum 600 jaar en sprankelt de stad als nooit tevoren! Maar, ho. Wacht even: wat gebeurde er dan 600 jaar geleden? Stad of dorp, hoe zit het nou? Wie waren die Erfgooiers eigenlijk, wil de échte Hilversummer nú opstaan. Was er dan voor die tijd helemaal géén Hilversum? Om u alvast warm te maken voor onze bijna jarige stad, nemen we u in een reeks artikelen mee naar het Hilversum van gisteren, vandaag en de toekomst. Veel leesplezier!

In den beginne. In den beginne… wás er helemaal geen Hilversum. Hilversum?! Nog nooit van gehoord. Laat staan van Hilversum Mediastad. Het kan nog steeds kloppen, want échte Hilversummers gaan nog steeds naar ’t dorp als ze naar het centrum gaan.

Rond het jaar 900
Dat dorp Hilversum ontstond rond het jaar 900. Dénken we. Want zeker weten doen we het ook niet. De allereerste vermelding van Hilversum is in het jaar 1305. En toen was Hilversum geen zelfstandig dorp. Hilversum maakte namelijk deel uit van Laren. Laren is één van de oudste dorpen in het Gooi. Ook Naarden en Blaricum bestonden zeker al sinds de vroege middeleeuwen, en daarvoor. Hilversum? Dat was de plek waar de schapen graasden. Vandaar onze kale heiden.

Het Gooi
Het hooggelegen Gooi is één van de oudst bewoonde streken van Nederland. Het Gooi, Gooiland, ’t Gooi - het kan allemaal - is de landstreek tussen rivieren de Vecht en de Eem. Tot het Gooi behoren Huizen, Blaricum, Laren en de voormalige gemeenten Naarden en Bussum, en uiteraard ons Hilversum. Gooi komt van gouw. Een ‘gouw’ was een gebied dat hoorde bij de Germanen, ook in de Frankische tijd was een gouw een aanduiding voor de gewesten. Vaak wordt er ook een landschap mee aangeduid: een gouw is dan een gebied dat langs het water ligt. En dan kan kloppen, in dit geval.

Land van Naarden
Maar let op: vroeger heette onze streek ‘Naerdincklant’, oftewel land van Naarden. Naarden was belangrijk, want in Naarden woonde de baljuw. De baljuw was iemand die een koning of keizer vertegenwoordigde in het buitengebied. Naerdincklant wordt in 968 door Keizer Otto I de Grote geschonken aan de Abdij van Elten in Duitsland. Ja, dat kon dus toen zomaar: onze stad en omstreken weggeven. Dat wij in Hilversum een ‘Vituskerk’ hebben – St. Vitus is werd verder in ons land nauwelijks vereerd - heeft hier wat mee te maken: de abdij van Elten was óók aan St. Vitus gewijd.

En daar is Hilversum!
Plaatsnamen die duiden op de woonplaats van een belangrijke persoon of stam, eindigen vaak op ‘heim’ of ‘sum’. Vaak duid het erop dat deze plaatsen ontstonden in de Vroege-Middeleeuwen (800 - 1000). De naam Hilversum kan dus prima komen van Hilvertshem. Of Hilfertshem. Dat betekent dan nederzetting (heem) van de persoon Hilvert, of Hilfert. Een beetje dus als Arnhem, dat waarschijnlijk een verbastering is van ‘de Nederzetting van Arent’.

Het Gedenkboek Hilversum 1424 – 1924
In het ‘Het Gedenkboek Hilversum 1424 – 1924’, gepubliceerd om te vieren dat Hilversum 500 jaar bestond, staat dat volgens de overlevering Hilfert zijn heem bouwde op wat tegenwoordig de Havenstraat is, of ergens in de omgeving van de Kerkbrink. De naam Hilversum zou ook nog zou kunnen komen van 'hil' (heuvel). Vroeger sprak met in het dorp in dialect ook wel van ‘Hulversom’. Dus sja, dan is het maar weer de vraag wat dát dan betekent. Wie het weet, mag het ons vertellen.

Meer geschiedenis